De achtergrond

In december '03 begon ik met de bouw van de achtergrond. In feite had ik hier al veel eerder mee moeten beginnen, maar ik was nog op zoek naar de juiste techniek en, vooral, naar het juiste materiaal. Toen ik dat uiteindelijk gevonden had, bleek dat de toch wel gevorderde bouw van de baan een ernstige handicap was: sommige plaatsen waren bijzonder moeilijk bereikbaar geworden...

 

Ik wou een achtergrond met de volgende eigenschappen:

  • Naadloos - of toch met zo weinig mogelijk oneffenheden erin
  • Hoog genoeg - tot 2 meter boven de vloer
  • Realistisch geschilderd
  • Aansluitend aan het landschap van de baan - dus met zowel stedelijke als landelijke thema's
  • Volledig rond de baan
  • Bewerkbaar - materiaal dat zich goed laat manipuleren en beschilderen

Uiteindelijk koos ik voor 1mm dikke PVC folie, die ik bij de plaatselijke doe-het-zelfzaak aan de rol kon kopen. Ik had eens stuk van 16 meter nodig, 1 meter breed. Waar nodig maakte ik langs de muur met houten latten extra steunen.

Het bevestigen van de rol tegen de muur en de latten was zeker niet gemakkelijk, ook al door de eerder genoemde beperkte bewegingsruimte. De rol was zwaar, stug en liet zich niet makkelijk lijmen - PVC-lijm en contactlijm werden tevergeefs geprobeerd. Ik wou de folie zeker niet gaan spijkeren of schroeven (naadloos was en is een vereiste) en uiteindelijk herontdekte ik mijn lijmpistool (smeltlijm). Met dit laatste ging het bevestigen van de rol ineens een heel stuk vlotter.

Op de PVC zette ik eerst een witte acrylprimer met de kwast, voorzichtig om de baan niet met verf te besmeuren. Helemaal vlekkeloos verliep dit niet, maar de schade was beperkt. Op die onderlaag werden in brede stroken 5 verschillende tinten blauw gezet, op voorhand gemengd vanuit een grote pot witte acryl met blauw pigmenten: 5 potjes, gaande van bijna wit tot luchtblauw. De toch nog zichtbare naad tussen de blauwtinten werd met de airbrush en een blauwtint 'ertussen' weggewerkt.

De rest van de witte verf, soms gemengd met lichtgrijze tinten, werd gebruikt om wolken te schilderen: deels met de kwast, deels met een tamponneerborstel (droogborstelen), deels met de airbrush.
Daarop gaat het landschap, ook in verschillende lagen: de verste heuvels/horizon eerst met licht blauwgroene tinten, evoluerend naar meer olijfgroene tinten naarmate de heuvels 'dichterbij komen'.

Gebouwen, bomen, aangelegde velden worden later op de achtergrond bijgeschilderd, gebruik makend van de actuele kleuren van het eraan aansluitende landschap.

©2005 Gerolf Peeters - aangepast op 06.11.2005 Zie ook: Landelijk