Rook uit de Schoorsteen

op een originele manier

Dit verscheen in Modelspoormagazine 73. Daar vind je meer tekst en afbeeldingen ...

Niet alleen onze treinen horen voor beweging te zorgen op onze baan, ook in het landschap is het leuk om animatie in te bouwen. Een rokende schoorsteen is een veel voorkomend middel om de omgeving tot leven te doen komen.
Er is een wezenlijk nadeel bij klassieke rookgeneratoren: ze verwarmen en verdampen een olie-achtige vloeistof (een paraffine om meer precies te zijn). Deze damp koelt echter af en slaat dan neer. Deze oliedruppeltjes dwarrelen zo op ons modelbouwproject neer. Dit zorgt op de duur voor een vervuiling.
Ik zocht daarom naar een andere oplossing, en vond die in … water. Waterdamp kan je immers ook “koud” aanmaken, door microscopische waterdruppeltjes te mengen met lucht. Dit noemt men vernevelen. Een medisch aerosolapparaat “breekt” bvb een vloeistof in minuscule deeltjes. Het zorgt, in tegenstelling tot een airbrush, voor een rustige “damp”.
Tegenwoordig bestaan er ook ultrasoon-vernevelaars. Hierbij wordt de damp veroorzaakt door een plaatje dat trilt met een zeer hoge frequentie en door die trilling de vloeistof opbreekt in minuscule druppeltjes. Het trillen is ultrasoon, dit wil zeggen onhoorbaar. Er bestaan in de dierenhandel ook apparaten die volgens hetzelfde uitgangspunt werken. Het gaat om toestellen die een “mist” veroorzaken, en daardoor bijdragen bij de luchtvochtigheid die reptielen en amfibieën in hun terrarium nodig hebben.
Er is jammer genoeg een klein probleem met deze techniek: we verspreiden lucht op kamertemperatuur, die echter door het meevoeren van piepkleine waterdruppeltjes nog wat afkoelt. Het fysieke resultaat is een damp die kouder is dan de omgeving en aldus daalt. Indien we niets ondernemen veroorzaakt de rook uit onze schoorstenen een mist die neerdwarrelt over het (platte) dak van het gebouw en de rest van het landschap. Het alternatief voor die neerslaande mist is dan om het debiet te verhogen: meer luchtverplaatsing laat de zichtbare dampdruppels hoger stijgen.


Het toegepaste aerosolapparaat heb ik aan interessante voorwaarden verkregen. Dit grote toestel en zal na de montage verborgen onder de baan geplaatst worden.
We dienen in ieder geval het apparaat goed luchtdicht aan te kunnen sluiten op ons “dampverdelingscircuit”. Om die reden wordt het uitganggedeelte aangepast.
In het apparaat dat we ter beschikking hadden bevond zich een zogeheten centrifugaalventilator, die toch te lawaaïerig was. Ik gebruikte liever een ventilator die werd gerecycleerd uit een beschadigde computervoeding. Hiervoor moest de “poot” van het aerosolapparaat wat verbouwd worden.


Ik wou in het gebouw later nog een binneninrichting plaatsen. Om die reden plaatsen we onze rookgenerator zo ver mogelijk onderaan het gebouw, grotendeels onder de vloerplaat. We hebben dan een centrale luchtaanvoer naar het dak nodig. Deze dient een voldoende grote binnendoorsnede te hebben, maar niet teveel ruimte in te nemen. Een breed en plat kanaal, geplaatst tegen een binnenmuur van het gebouw, is dan de oplossing.
De verdere luchtverdeling gaat door kleinere kanalen, waarbij er telkens rekening moet gehouden worden met de totale diameter van de achterliggende schoorstenen.


Het aansluiten van deze verdeelkanalen aan de hoofdaanvoer is vrij eenvoudig, maar dient uiteraard precies te gebeuren. Voor de aansluitingen aan de kleinere kanalen dien je de beschikbare plaats te beoordelen. De constructie op de foto vereist wat meer denk- en meetwerk. Let er op dat de aansluitingen luchtdicht zijn én dat de buizen nog vrij zijn, zodat de damplucht er door kan. Er komt wat “loodgieterij voor gevorderden” bij kijken, maar gelukkig werken we met styreen...


De schoorstenen moeten uiteraard hol opgebouwd worden, zodat de damp door de kanalen kan stromen. We vertrekken van enkele stukjes rechthoekige profielen, die we aan elkaar kleven. Deze vorm kunnen we alvast bekleden met dunne styreen baksteenimitatie. De bekleding moet passend gemaakt worden met de dakvorm en is zodoende ter plaatse uit te meten. Let er op dat de voegen van het imitatie-metselwerk mooi met elkaar uitgelijnd zijn.


Bovenop de schoorsteen leggen we een afdekplaat die we voorzien van geboorde gaten. In de geboorde gaten horen schoorsteenpijpen te komen. Deze snijden we ruwweg op lengte van styreenbuis. Deze buisjes plaatsen we doorheen de eerder geboorde gaten. Lijmen doen we pas in de volgende stap…


… waarmee we alles in één keer vastlijmen: de afdekplaat met de erdoor stekende buisjes wordt voldoende ruim ingepenseeld met styreenlijm, waarna we alles in één keer positioneren en laten uitharden. De onderzijde van de aldus gemaakte schoorstenengroep moet mogelijk nog aangepast worden aan het damp-toevoerkanaal.


Een afbeelding zegt meer dan duizend woorden, en zo hopen we dat deze foto illustreert hoe je damp/rookaanvoer kan aansluiten op imitatie-schoorsteentjes. Het lijkt een ingewikkeld buizennetwerk, maar als je logisch en stap voor stap werkt is dit geen groot probleem.


Het productiegedeelte bevat meestal enkele grotere schoorstenen. Deze grotere schoorsteenpijpen kan je bijvoorbeeld samenstellen uit 8mm brede styreenbuis van Evergreen. Mits wat precies meet- en zaagwerk, afhankelijk van je eigen fabrieksgebouw, kom je wel tot een soort van constructie zoals op de afbeelding.


Ons apparaat zit grotendeels onder de baan verborgen. Het apparaat heeft dus een steunend ophangsysteem nodig. De basis hiervan zijn verzonken M4-bouten met een stuk draadstang, tot voorbij de bodem van het aerosolapparaat. Een metaalprofiel tussen deze draadstangen zorgt voor de horizontale steun.


Na de elektrische aansluiting van het toestel kunnen we het dampen en de rookverdeling testen. Het is uiteraard niet de bedoeling dat elke schoorsteenpijp rook spuwt – in de werkelijkheid is dit ook niet het geval. Dit gegeven, samen met de nodige luchtsnelheid van de damp, dwingt ons ertoe keuzes te maken welke schoorstenen we alsnog zullen afsluiten. Het afsluiten zelf doen we door een passend stukje styreen in de pijp te plaatsen. De binnenzijde van de schoorsteenpijpen kan je best zwart schilderen, de rest van de kleuren is een kwestie van smaak


©2008 Gerolf Peeters - aangepast op 01.10.2008 Zie ook: lantaarns - torentjes - interieur